NEN 2654-1+C1 geeft eisen voor het beheer, de controle en het onderhoud van autonome brandmeldinstallaties in gebouwen, waarbij de apparatuur en de bekabeling niet worden geïntegreerd met andere installaties, met uitzondering van de
brandbeveiligingsinstallaties zoals omschreven in NEN 2535:2017, hoofdstuk 7.
Een brandmeldinstallatie kan bestaan uit verschillende brandmeldcentrales met elkaar verbonden door een netwerk. De norm is bedoeld om te worden toegepast bij het beheer, de controle en het onderhoud van de brandmeldinstallatie, inclusief de aansturingen van de brandmeldcentrale (onderdeel B) naar de besturings- en doormeldapparatuur (onderdelen G, E, J en N).
De aangestuurde brandbeveiligingsinstallaties en overige installaties (onderdelen H, F, K en O) vallen niet binnen het toepassingsgebied van deze norm. De werkzaamheden, die door de beheerder van de brandmeldinstallatie moeten worden uitgevoerd, zijn vastgelegd in hoofdstuk 5 ‘Beheer, periodieke controle en preventief onderhoud door de gebruiker’ van deze norm.
De werkzaamheden, die door de onderhouder van de brandmeldinstallatie moeten worden uitgevoerd, zijn vastgelegd in hoofdstuk 6 ‘Periodieke controle en preventief onderhoud door de onderhouder’ en hoofdstuk 7 ‘Correctief onderhoud’ van deze norm.

